De gegevens van de hier vermelde omgekomen kompels heb ik gevonden middels het raadplegen van diverse op het internet gepubliceerde krantenartikelen.

tek. Jef Caenen (met toestemming van zijn weduwe)

In de jaren 1941 tot en met 1945 op de Limburgse mijnen omgekomen kompels






Op 16 maart 1941 geraakte de 28-jarige mijnwerker T. afkomstig van de Langeberg, bij zijn ondergrondse arbeid op de SM. Hendrik, onder vallend gesteente bedolven en werd daarbij zo ernstig verwond dat hij spoedig daarna overleed. Mijnwerker T. was gehuwd en vader van een kind.
(De courant Het nieuws van de dag 17-3-1941)




Op 9 juni 1941, omstreeks 5 uur in de ochtend, had in een pijler van de SM. Emma een instorting plaats waarbij de 19-jarige sleper H.M. Bindels uit Heerlerbaan onder vallend gesteende bedolven raakte. Hij werd zo ernstig gewond dat hij onmiddellijk overleed. Sleper Bindels woonde nog bij zijn ouders.
(Nieuwsblad van het Noorden, 10-6-1941)




Op 5 aug. 1941 geraakte in de ondergrondse werken van de SM. Hendrik de 57-jarige kompel G. Peters uit Brunssum onder vallend gesteente bedolven en zo ernstig gewond dat hij spoedig overleed. Kompel Peters was gehuwd.
(Nieuwsblad van het Noorden, 6-8-1941)




Op 13 aug. 1941 omstreeks half een in de middag, geraakte in de ondergrondse werken van de SM. Hendrik de 23-jarige hulphouwer N.J. Raets uit Brunssum onder vallend gesteente bedolven en zo ernstig gewond dat hij onmiddellijk overleed. Hulphouwer Raets was ongehuwd en woonde bij zijn ouders.
(De Banier: staatkundig gereformeerd dagblad 14-8-1941)




Op 4 nov. 1941 omstreeks 3 uur in de middag is in de ondergrondse werken van de SM. Wilhelmina de 53-jarige schudgootmeester A. Hakens uit Spekholzerheide onder vallend gesteente bedolven geraakt. Hoewel hij snel kon worden bevrijd kon de mijnarts slechts de dood constateren. Hakens was gehuwd en vader van zes kinderen.
(Het Vaderland 5-11-1941)




In de nacht van 17 nov. 1941 kwam in de ondergrondse werken van de SM. Maurits de 47-jarige houwer, dienstdoend stutter A. de Vos om het leven. De Vos kwam in een opbraak, die niet voor personenvervoer was ingericht, tussen wand van de kooi en de bekleding van de opbraak bekneld en stortte naar beneden. De Vos was gehuwd en vader van vier kinderen.
(Nieuwsblad van het Noorden 18-11-1941)




Bij het spoorweg en expeditiebedrijf der Staatsmijnen is de 27-jarige rangeerder W.H. Vranken uit Heer, terwijl hij zich over het rangeerterrein van de SM. Maurits naar zijn locomotief begaf, door een rangerende locomotief gegrepen en op slag gedood. Vranken was ongehuwd.
(Nieuwe Venlosche Courant 10-12-1941)




Op 25 okt. 1942 omstreeks 8 uur, is de 29-jarige houwer J.H. Schroyen in de ondergrondse werken van de Staatsmijn Hendrik door vallend gesteente getroffen en met zijn hoofd bekneld geraakt tussen een persluchtleiding en de scherpe kant van een schudgoot. Hij werd daarbij op slag gedood.
(De Gooi- en Eemlander 26-10-1942)




Op 1 dec. 1942 omstreeks 8 uur, is de 25-jarige houwer E.P.W. Erven uit Brunssum, in een pijler van de SM. Hendrik onder plotseling neerstortende kolen geraakt en door verstikking om het leven gekomen. Houwer Erven was ongehuwd.
(Nieuwe Venlosche Courant 2-12-1942)




Op 15 dec. 1942 is de 21-jarige sleper J.J. Smeets in Schacht II van de SM. Maurits tijdens zijn werkzaamheden van een hoogte van 25 m. naar beneden gevallen en daarbij om het leven gekomen. Sleper Smeets was ongehuwd en woonde in Rothem.
(Dagblad van het Oosten 16-12-1942)




Op zaterdag 19 dec. 1942 werd de 49-jarige houwer-dienstdoend stutter H.J. Rekko uit Wylre, tijdens zijn werkzaamheden in de SM. Emma door een vallend voorwerp aan zijn hoofd getroffen. Hij overleed een uur later in de verbandkamer. Kompel Rekko was gehuwd en vader van twee kinderen.
(Dagblad van Rotterdam 22-12-1942)




Op vrijdag 20 aug. 1943 is de 30-jarige handlanger B. de Vreeze, bij zijn werkzaamheden in de bovengrondse werken van de SM. Emma door een mijnwagen overreden. Hij werd daarbij zo ernstig aan het hoofd gewond dat hij op 25 aug. in het ziekenhuis te Heerlen is overleden.
(Arnhemse Courant 28-8-1943)




Omstreeks 27 okt. 1943 is de 29-jarige handlanger D. Ijpeij uit Geleen, op de bovengrondse werken van de SM. Maurits terwijl hij een spoor wilde oversteken door een passerende locomotief overreden en op slag gedood. De heer Ijpeij was ongehuwd
(Dagblad van het Oosten 28-10-1943)




In de nacht van zondag 16 april 1944 is de 21-jarige hulphouwer G.W. Bierstekers uit Brunssum in de ondergrondse werken van de SM. Hendrik door vallend gesteente getroffen en daarbij vrijwel onmiddellijk om het leven gekomen.
(Dagblad voor Noord-Holland 19-4-1944)




Op donderdag 29 juni 1944 kwam een met vier personen bezette spoorfiets in de ondergrondse werken van de SM. Maurits, in een bocht in aanvaring met een diesellocomtief. De 21-jarige hulphouwer W. Geelers uit Maastricht, werd daarbij op slag gedood. De drie anderen bleven ongedeerd. Hulphouwer Geelers was ongehuwd.
(Provinciale Overijsselse en Zwolse Courant 1-7-1944)











FvdB

dec 2014

terug naar koelpiet
terug naar koelpiet