Huub Bevk



Beste Frans,
Van mijn broer jouw e-mail gekregen. Ik herinner mij nog het een en ander.
Toen jij in onze afdeling werkte (1958 mijnmeters Hendrik) was ik met landmeetkunde PBNA bezig want ik wilde ook graag ondergronds weg.
In 1960 ben ik met wis-natuurkunde op de avond-HTS begonnen met Piet Rongen, een collega-mijnmeter.
In 1968 kwamen wij, na veel vijven en zessen, in aanmerking voor de echte HTS Werktuigopleiding die we eind 1970 afgerond hebben (zonder vakanties en verlaging van salaris).
Hierna moest ik op straffe van vrijwillige werkloosheid voor DSM gaan werken bij de ACN fabriek, ik wilde naar het onderwijs.
Het werk bij de Staf Werktuigkunde beviel me eigenlijk wel goed. Het was een erg gevaarlijke fabriek die met U 238 werkte als katalysator in de reactor, wat tegenwoordig niet meer mogelijk zou zijn. Maar ik vond het allemaal erg spannend. Ik had alleen maar één heel hoge baas boven mij waar ik heel goed mee over weg kon.
Maar toch kon ik in 1972 naar het onderwijs waar ik eerst op de MTS, in Cadier en Keer, daarna in Kerkrade en tenslotte in Schaesberg aan de slag kon. Dit is me erg goed bevallen. Hier heb ik nog wat aanvullingscursussen gedaan en de praktijkleraar-akte Werktuigbouw gehaald.
Nu ben ik al bijna 15 jaar buiten dienst, ik ben 73 jaar ! Opgebrand was ik wel een beetje, kun je misschien begrijpen !
Vervelen doe ik me niet met wat Zonnebloem- en invalidenbondwerk. Ook maak ik graag foto's digitaal op computer en films van vakanties die op DVD geschreven worden.
Buiten Sjeng van Tongelen en Joep Schielen zijn er niet meer veel mijnmeters in leven voor zover mij bekend is.
Verschooten is al jaren dood. Ik hoorde dat veel later na mijn vakantie en vond het erg om niet bij de begrafenis te kunnen zijn.
Hij heeft later een boekje geschreven waarvan hij me ondergronds wel eens over dat plan vertelde. Je weet misschien dat hij in een toneelgroep was. Hij kon dan enkele dramatische zinnen ten gehore brengen waarop ik dan nuchter als ik was zei: "Gerrit doe niet zo gek".
Ik kon wel goed met hem overweg en had vaak medelij en verdedigde hem ook als bijvoorbeeld bij een belangrijke pijlermeting, waar ik dan als jong opzichter, in de grote leren map moest noteren wat de meesteropzichter aflas in de theodoliet. Die riep dan als Verschooten amper bij het instrument weg was om 20 of 30 m. verder een aanvizierpunt te maken (wat kruipend gebeuren moest en Gerrit was niet meer van de jongste): "Versjóóooooten luchte). (dwz hou de lamp achter het gemaakte signaaltje). Maar Verschooten was lang nog niet ter plekke.
Dan tegen mij met het schuim op zijn lippen."Huub snap jij waar de kerel blijft. Ik zeen 'm neet, ik zeen 'm neet. Versjote, Versjote Govergimmig".
Ik moet zeggen dat ik dan heel rustig zei: "Maar fahrstieger,Gerrit is amper bij ons vandaan en is nog lang niet op de plek."
Dus ook kwaad op mij, maar dat kon me niets verrekken! en ik kon 't wel hebben en een potje breken. Soms schaamde hij zich ook weer en ik schreef 't allemaal aan onmacht toe!
Kees Vrucht, al lang geleden overleden was, de rust zelve. Hij deed veel werk aan de controles bij het afdiepen van de nieuwe schacht en ik was gelukkig als ik met hem meemocht bij die metingen. Hij heeft bij mij, toen ik nog helper was, de teugels minder strak gemaakt. Ik deed ondergronds alles in looppas (kun jij je dat voorstellen?)
Kees riep me naast zich op de munitiekist tijdens boeteren en sprak me ernstig toe. Hij wenste niet dat er bij het werk harder dan normaal gelopen werd, wat niet afkwam zagen we morgen wel weer.
Piet Gommans, arme oude schravelaer die mij aan moest leren, en ook meesterhouwer Hans Diederen zijn al lang geleden overleden.
Veel goede herinneringen heb ik aan beiden.
Hans zong ondergronds "Die Schütsekönig" als ik daarom vroeg. Later niet meer, de zin was hem vergaan, zoals wij dat zeggen.
Wielie Schröder een jaar dement en onlangs overleden.
Niekie Schröder, een van de jongsten, jaren geleden aan kanker overleden.
Met Wiel heb ik nog kontakt gehad en vertelde dat Niekie kort voor zijn overlijden nog getrouwd was.
Er zijn nog veel meer in mijn herinnering maar het wordt wat luguber en ik weet niet in hoeverre jou de finesses interesseren van al deze overledenen.
Pit Gerards, inderdaad is in verschillende kerken misdienaar of voorganger, acoliet of hoe je 't noemt. Ik vind dat knap. Hij was de netste ondergronder. Oók Van Buul is al lang niet meer.
Mijn baas die maar zes? uur maakte keek op de klok als ik na 10 uur werk me naar huis maakte waar de PBNA lessen wachtte en later de W-N opdrachten.




mijnmeters
Van links naar rechts.

Louis Cordewener,
Wim Schoenmaekers,
Huub Bevk,
Jan Hendriks,
Jacob Wijnen,
half weggedraaid Zef Marell.
Jo Bus poogt Werner Janssens te wurgen (niet gelukt).


Met dank aan Huub Bevk en Wim Schoenmaekers.



Volgens mij sta ik, naar de foto kijkend, links van Wim !
De arme Marel (ik heb de hele middag naar zijn naam in mijn hersencomputer zitten surfen en ineens schoot zijn naam mij te binnen) wordt vrolijk gewurgd door een mij zeer bekend figuur waarvan de naam mij niet te binnen schiet. Ook Jan Hendriks staat erop meen ik.
Dit waren echt kerels waar ik alle respect voor heb.
Deze foto is gemaakt meen ik op initiatief van Marel bij mijn afscheid, want ik ging toen naar de HTS-opleiding.
Even moet ik iets vertellen, maar het is geen muggenziften hoor, over de 400graden en de 360graden bij het meten.
Tot in 1959-1960 werd ondergronds gemeten met het 360 graden systeem. Iedere week ging van onze mijnmetersafdeling een instrument naar de instrumentenfabriek "De Koning" in Arnhem, waar dan de randverdeling (horizontale en vertikale) in 400 graden werd veranderd. (In het jargons zijn hier vreemde namen voor)
Omdat ik ook een adspirant-landmeterscursus en landmeten bij PBNA in Arnhem gevolgd en gehaald had, was dit voor mij niet zo vreemd. Want in de landmeterij werd de 400 graden wel gebruikt.
Nu even het hoe en waarom: De computer is hier debet aan. Wij kregen allen (de bazen van groot tot klein) een excursie naar het computercentrum van DSM in Heerlen. Hier lieten ze ons zien dat alle berekeningen met ons 360 gradensysteem die we zelf maakten, door deze computer sneller en foutloos gemaakt werden. Deze computer, minder als waar ik nu voor zit, was wel tien meter lang !!!
Onze metingen werden nu gedeeltelijk en later jaar geheel gemaakt voor het 400 graden-systeem.
We kregen ipv het grote boek in lederen kaft, een stapel ponskaarten mee ondergronds. Hier werden de hoeken die je mat, met een gemagnetiseerd potlood aangekruist. Dat ging dan naar Heerlen waar een ponsmachine gaatjes prikte op de gemagnetiseerde kruisjes van die kaarten, wat op grote computervellen werd overgenomen in die machine en 10 meter verder als berekening eruit kwam rollen.
Nu kon een kind de was doen, begrijp je wel. Voor ons was een beetje van de lol eraf, minder werk, meer mensen weg.
In het begin moesten wel de berekeningen nog vaak naar elkaar over gerekend worden.
Dus van oud naar nieuw: bijvoorbeeld 50 gr. oud werd 400/360 x 50 in het nieuwe systeem.
Van nieuw naar oud (vele oude metingen die je vergelijken moest en nodig had): bijvoorbeeld 80 gr. nieuw werd 360/400 x 80 = 72 graden in het oude systeem.
Oude graden werden met een nulletje, minuten met een streepje en seconden met twee streepjes aangegeven, weet je wel.
Nieuwe graden voortaan met een g, minuten met een c en seconden met cc, achter de gemeten waarden.

Hartelijke groeten.
Huub Bevk (ooit opzichter bij de opmetingen)






FvdB

maart 2006

terug naar koelpiet
terug naar koelpiet