REM nr: 1287.
 |
Dat ik ooit in een lage pijler moest kruipen, hiervoor had ik een panische angst. Er werd vaak op mij ingepraat om het leerproces in deze pijler te
accepteren. Niets hielp....!
De lage pijler ..., ik krijg het nu nog benauwd als ik terugdenk aan "het grootste misbaksel aller pijlers !"
Toen mijn vader vernam dat ik door een of andere onverlaat naar een nauwelijks 50 cm hoge pijler werd gestuurd, zogenaamd om bepaalde angsten te
overwinnen, sommeerde hij mij aan de schacht: "Naar huis, jij, de rest wordt door mij geregeld. Vandaag heb jij je laatste "schicht"
gemaakt op deze particuliere mijnzetel"
De opzichter van dienst, een goede kameraad van mijn vader en daarom al een goeie kerel, veranderde "sofort" de bezetting van de pijler
en gaf mij voor die dag een job, waarbij "het plankje om de rug te ondersteunen tijdens het zitten" goed van pas kwam. Ik werd bevorderd
tot lier-kapitein van een schip, ... de vliegensvlugge materiaalboot naar de kop-pijler. Mij werd zelfs verboden om ook maar een hand uit te steken naar
het aangevoerde materiaal. Dat moest iemand anders doen. Stel je voor zeg, ik zou eens last van mijn rug kunnen krijgen ... ! Ik werd volledig uit de
wind en de schtöp (stof) gehouden.
Ik bleef echter op de koel, maakte het besluit van mijn vader ongedaan en vocht mij door de moeilijkste jaren van mijn leven. De lage pijler heb ik
nooit meer van binnen gezien. Gevolg, ik werd opgenomen in het angsthazen-peleton. Maar daar had ik lak aan.
Ik ben deze unieke geste van opzichter May, zo luidde zijn voornaam, nooit vergeten. Toen zijn uitgemergelde lichaam enkele jaren geleden ter aarde
werd besteld, was ik aanwezig. ... ! Hij bereikte de gezegende leeftijd van 88 jaar. Ik heb hem ooit een lang leven gewenst. Hij kreeg wat hij
verdiende. En waarom had opzichter May het zo op mij staan ?
Zijn dochter Ella was erg van mij gecharmeerd en stak dat niet onder stoelen of banken. Zelfs toen ik verkering had met mijn eerste grote liefde,
nog steeds mijn liefhebbende echtgenote, heeft zij heel wat schoenleer versleten om mij te vangen.
Haar vader, mijnbouwdeskundige, volleerd opzichter en helemaal bezeten van de koel, zag in mij de ideale schoonzoon en in zichzelf de ideale
schoonvader. Ik heb van dit bij mij bekende ideaal-beeld handig gebruik gemaakt.
Als ik bij hem in de afdeling tewerk werd gesteld, dit was regelmatig het geval tijdens de mijnschoolperiode, bezorgde ik mij alvast enkele plankjes
om mijn rug te ontzien als ik bezig was met een behoorlijk vermoeiende bezigheid, " het op de kloten zitten " genaamd. En dat niet alleen
tijdens het boeteren ... ! En als opzichter May mij tijdens zijn dagelijkse "wandeling" passeerde: "Jong, hot dich get oet der wind, ut
trikt, hiej " Ja, hij was erg bezorgd om mij ... !
Ik heb hem dan ook altijd een héél aardige man gevonden ... !
Frants, de webmaster van deze site, heeft in een van zijn verhalen het door mij zo begeerde en geliefkoosde plankje een plaats gegeven. Ik kan het
dan ook niet nalaten om rondslingerende en afgedankte plankjes af en toe een aai over de bol te geven.
Het plankje werd voor mij het symbool van rust, het symbool van een voele piemel, maar vooral het symbool van een door mij nooit beantwoorde liefde.
Opzichter May ruste in vrede ... ! Hopelijk zijn zijn plankjes nog intact.
Na mijn geflopte mijn-carrière, de sluiting was al geruime tijd in zicht, werd ik een selfmade-man. Ik ging cursussen volgen om het adviserend
werk van een gemeente-ambtenaar onder de knie te krijgen. Van pijler-uitbater steeg ik, uit het diepste der aarde, omhoog naar de functie van
gemeentelijke "kantoorkruk".
Het - plankje in de rug - maakte plaats voor de rugleuning van een bureaustoel. Ik heb de afgelopen 35 jaar heel wat rugleuningen versleten.
Inmiddels heb ik een punt gezet achter mijn bewogen arbeidsleven. Na gedane arbeid is het goed rusten. En als onze tuin om een onderhoudsbeurt
schreeuwt .... het plankje heb ik altijd bij de hand. Is inmiddels een trouwe metgezel van mij geworden. Of ik daarom een rug heb, zo stijf als een plank? Wie zal het zeggen.
De "koel, maar ook de gemeente"zitten niet meer in mijn kop, maar heb ik een definitieve plaats gegeven in mijn hart. Laat ze daar maar
rusten. Alhoewel .... ! Wellicht zal te zijner tijd nog een of ander verhaaltje de revue passeren. Vooral het "houtlager", waar ik als
aankomend koelpietje tot in de hemel reikende bomen en platten moest stapelen, ligt nog steeds behoorlijk op mijn maag.
Groetjes,
Rem nr. 1287
|