Hans Hulsteyn, mijnwerker van de ON 1 werknr. 618
 |
Mijn naam is Hans Hulsteyn.
Mijn leven als mijnwerker begon in dec. 1959.
Ik was juist 14 jaar en ik ging naar de O.V.S. op de Huskesweg. Mijn ouders vonden het maar niks, maar ik wilde naar de mijn.
Ik was nog geen 18 jaar, toen was ik al voor vast ondergronds en dat was heel spannend.
Ik kwam meteen in een handpijler, dat was hard werken. Na 3 jaren in verschillende pijlers te hebben gewerkt werd ik houwer. Oh, wat was ik trots.
Ja, maar er kwam een heel zwaar moment in mijn mijnwerkersleven. Op een dag was er een instorting aan voet pijler. Ik dacht in 1963. Mijn koempel kwam onder de stenen en was op slag dood. De instorting gebeurde 5 meter naast mij die jongen was pas 6 weken getrouwd.
Ik wilde niet meer de mijn in, bleef 14 dagen thuis maar moest toch weer terug. Ik moest toch geld verdienen.
Toen kwam ik in een blaaspijler, dat werk lag mij wel - maar was ook heel gevaarlijk.
Dat werk heb ik 6 jaren gedaan. Er kwam ontzettend veel stof bij vrij, soms zag je geen drie meter ver en ik had altijd nachtdienst.
Ja, het was een hard leven maar ik was toch nog trots dat ik mijnwerker was, terwijl in mijn familie vijf personen dodelijk zijn verongelukt in de mijn.
Twee ooms en een neef aan mijn vrouw's kant en twee van mijn kant.
Maar een ding weet ik zeker, had ik een zoon gehad ... had ik die nooit naar de mijn laten gaan - nooit nooit.
Mijn grootvader was 52 jaar toen hij stikte in zijn stoflongen. Ik zelf heb ook last van stof maar ik ben er nog en als ik ik rustig aan doe, dan gaat het nog wel goed.
Ik ben nu 68 jaar en ik zeg nogmaals: ”Ik ben toch nog trots dat ik mijnwerker ben geweest. Ook al was het vaak een hel.”
Toen de mijnen sloten, de laatste mijn was mijn koel, de ON 1. ben ik naar de autofabriek in Born gegaan. Dat was helemaal niks, ik denk nog vaak aan mijn tijd in de mijn.
Groet van Hans Hulsteyn
|
 |
|