Beren,


Mijn opa had een beer, hij was beerhouder. In ons dorp waren slechts een handjevol beerhouders. De aldaar gestalde beren hadden, afhankelijk van het seizoen, vaak een dagtaak. De beer van opa had zelfs een reputatie. Regelmatig kwamen berige bezoeksters, uit de andere woonkernen van Onderbanken - in zijn stal - naar zijn gunst dingen.
Verder was de presterende beer van opa altijd een roulerend exemplaar, zodra zijn kruit verschoten was, werd hij zonder veel tamtam vervangen. Veel dankbaarheid voor bewezen diensten oogstte hij echter niet. Neen, hij werd gewoon op een morgen gekeeld, met stro gefakkeld en vervolgens tot worst vermalen.
Vele meters pittige worst leverde hij op. Echte mannenworst, met een scherpe reuk en zware smaak. Je moest er liefhebber van zijn. Zijn genieters waren bij uitstek te vinden onder hen, die ook de Rommedoe (Limburgse kaas) op hun favorietenlijstje hadden staan. Ik lustte die worst (en de stinkkaas) niet, ik was nog te jong. Mijn smaakpapillen waren nog niet zo ver ontwikkeld dat ik die penetrante aroma's op hun exclusiviteit kon waarderen.
Als een boer met zijn zeug naar de beer kwam, was dat meestal te voet. De zeug had een touw om een achterpoot en de boer stuurde haar door met een stok tikken op haar kop te geven. Ging het fout dan trok hij letterlijk een poot onder haar uit (soms begrijp je vanzelf waar de spreekwoorden vandaan komen) en zat de zeug op haar gat.
Eenvoudiger kon niet, het leven was nog ongecompliceerd. ”Simple comme bonjour”, was de dagelijkse gang van zaken. De wereld is pas een tijdje later ingewikkeld geworden. De oorzaak daarvan is mij helaas ontgaan, het is ook al weer zo lang geleden.
Wij, jongetjes van vijf, zes jaar, wisten niet wat er gebeurde achter de gesloten staldeuren. Als een boer met zijn zeug bij opa op het erf verscheen werden wij geëvacueerd. We konden kiezen, naar binnen of de straat op. De straat op was dan de voor de hand liggende keus, nietwaar?
Welwaar!
Juist, op straat hoorden we, van de iets oudere bengels, de meest ruige verhalen over hetgeen zich in de stal zou afspelen. Echter ons ontbrak de moed om een nader onderzoek in te stellen. De stok waarmee het varken op zijn kop kreeg, had ik ook al eens op mijn kop gehad. Ik had diep respect voor mijn opa zodra deze zich in een gestresste situatie bevond. 's Morgens aan de ontbijttafel, samen brood en spek in de pan soppen was een aandoenlijk gebeuren. Als hij echter met een andere boer en varken, in de enge stal, met onze beer aan het ravotten was, was dat een heel ander verhaal.
Geschreeuw en gegil van varkens - gedempte of minder gedempte, zwaar godlasterende opa's - een oma die binnen een gezegende kaars aanstak voor het beeldje van de heilige Antonius met het varken (symbool voor een rijke oogst) - indrukwekkend, en onbegrijpelijk was het in ieder geval.
Vroeger kwam ook alles vanzelf weer goed. Na een tijdje hielden de varkens met schreeuwen op, onze beer ging meestal zelfs pitten. (Hiermee wil ik niet suggereren dat sommige mannen op een beer lijken). Zijn ontvangster werd zolang op de grote mesthoop, midden op het erf, geparkeerd. Kreeg wat rauwe aardappels voorgeschoteld, als beloning, voor de afgedwongen bereidwilligheid.
Opa en zijn gast trokken hun klompen uit en kwamen, als geslaagde beermanagers, bij oma in de keuken even uitblazen. Die had al de fles Els (Limburgse jenever) en het kistje sigaren gereed gezet. Die sigaren, daar krijg ik het nu nog benauwd van. De tabak hiervoor verbouwde opa zelf. We hadden in de zomer nooit last van vliegen. Die overleefden geen zitje aan het plafond, die stortten spontaan naar beneden.
Zodra dan de gang van de zwoelige zaken nog eens rustig op een rijtje gezet was, het niveau van de Els en het gesprek behoorlijk gedaald was - en de avond inviel - ging een wankelende boer met zijn zeug weer op weg naar huis.
Zij kwamen altijd weer behouden thuis, ook als de boer, onder invloed van de uitgewerkte spanningen en de glimlachende maan, de kluts kwijtraakte. Want het gelukkige zwijn liep voorop en dat wist feilloos de weg terug naar haar stal. Geen wonder eigenlijk want haar moederinstinct was geactiveerd. Hiermee wil ik ook niet beweren dat door de consumptie van rauwe aardappelen de oriëntatie te bevorderen is. Alhoewel?




(C)

FvdB

feb. 2001


mailbus van Frants

terug naar klets